Constituties

 

 

Wij vormen een gemeenschap en geen enkele gemeenschap kan zonder afspraken. Deze zijn vastgelegd in de Constituties.

 

Als eerste wordt in de Constituties geschreven over onze roeping tot apostolisch leven binnen de kerk en wereld.

Dit wordt samengevat in de negen fundamentele uitgangspunten. Zij zijn als het ware een inspirerende opdracht voor ons leven.

 

Fundamentele uitgangspunten

  1. Als gelovige mensen weten wij ons geroepen tot Gods opdracht deze aarde te bewerken en te beheren in Zijn Naam (Gen. 1,28 en 2,15). Vanuit dit geloof dienen wij ons ook in te zetten voor Zijn Rijk van gerechtigheid en liefde.
  2. Als christenen laten wij ons inspireren door de persoon van Jezus van Nazareth, die in verbondenheid met Zijn Vader in woord en daad aan deze opdracht gestalte gaf.
  3. Als Dominicanessen zijn we er ons van bewust dat één van de voornaamste kenmerken van onze spiritualiteit is: ons dienstbaar maken aan de waarheid, die vrij maakt (Joh. 8,32). Dat betekent dat we in ons doen en laten proberen in diepe waarachtigheid te leven. Zó willen wij in onze tijd de Blijde Boodschap uitdragen, ons geïnspireerd wetend door de levenswijze die St. Dominicus zijn volgelingen heeft voorgeleefd.
  4. Dit brengt met zich mee, dat we oog en oor moeten hebben voor de tekenen van onze tijd, voor de noden in Kerk en wereld. We moeten ons niet terugtrekken uit de werkelijke problemen die er zijn, maar ons daadwerkelijk inzetten voor een betere samenleving. Dat lijkt ons in de huidige tijd een belangrijke voorwaarde om de Blijde Boodschap op een geloofwaardige manier uit te dragen.
  5. Als gemeenschap zijn we samen verantwoordelijk voor het vervullen van deze opdracht. Vanzelfsprekend heeft daarin ook ieder haar eigen verantwoordelijkheid, waarbij zij zich echter gedragen en gesteund mag voelen door heel de gemeenschap.
  6. Om onze zending te kunnen vervullen, zullen wij een leven moeten leiden van bezinning en gebed en van dag tot dag moeten werken aan de uitbouw van onze gemeenschappelijke en persoonlijke levenshouding.
  7. Dit houdt in: een samenleven “één van hart en één van ziel” (Hand. 4,32); het trouw beleven van de geloften; het vieren van de sacramenten, vooral van de Eucharistie; een intens gebedsleven, waarbij koorgebed en meditatie een belangrijke plaats innemen; het lezen en overwegen van de H. Schrift; het dienstbaar zijn aan elkaar; het volgen van verschillende vormen van studie om onze kennis te verrijken om beter Gods boodschap te verstaan en te beleven.
  8. Alle leden delen in het apostolaat van de gehele Congregatie door hun inzet, hun gebed en hun belangstelling.
  9. In deze snel veranderende tijd is het belangrijk dat ons leven en onze zending op geregelde tijden worden geëvalueerd, zowel door de Congregatie in haar geheel, als door het Bestuur en ieder lid afzonderlijk.